SHB

Didactiek

Home » Onderwijs » Information Literacy » Didactiek

Didactiek

Didactiek betreft de kunst van het onderwijzen. Het gaat om de inzet van technieken om studenten iets te leren. Deze technieken kennen verschillende uitingsvormen, zoals de inzet van activerende werkvormen, het principe collaboratief leren, methodes voor lesontwerp, tips & tricks, en ga zo maar door. Er is geen standaard didactisch recept voor het domein informatievaardigheden. Wel zijn er enkele onderwijs- en leerprincipes die richting geven bij onderwijsontwerp voor deze belangrijke vakinhoud.

 

Principe 1: Constructive Alignment

Biggs (2011) veronderstelt dat elk onderwijsontwerp bestaat uit drie op elkaar afgestemde domeinen: beoogde leeruitkomsten, onderwijs- en leeractiviteiten en toetsing. Deze drie domeinen vangt hij in het Constructive Alignment model, wat zoveel inhoudt als een constructieve afstemming van de drie domeinen, altijd beginnend bij de beoogde leeruitkomsten.

Beoogde leeruitkomsten

Het is bij het ontwerpen van onderwijs belangrijk om goede leerdoelen te formuleren. Wat wil je precies dat de studenten leren en op welk niveau moeten zij deze kennis beheren? Gaat het vooral om het opdoen van kennis of juist het verwerven van specifieke vaardigheden? Leerdoelen zijn niet alleen bepalend voor de vorm en inhoud van je onderwijs, maar ook voor de toetsing en beoordeling. En zeker rondom informatievaardigheden is het belangrijk deze expliciet op te nemen in de beoogde leeruitkomsten van een programma of cursus.

Onderwijs- en leeractiviteiten

De leeractiviteiten zijn de activiteiten die nodig zijn om de beoogde leeruitkomsten te halen. Hierop wordt het programma van je cursus gebaseerd. Wat moeten de studenten zelf ondernemen om de doelen te behalen en wat reik je hun hiervoor aan? Ook ga je na welke literatuur er nodig is om de leeractiviteiten te ondersteunen.

Toetsing

Bij het ontwerpen van de toets is het van belang om bij jezelf na te gaan wat jou ervan zou overtuigen dat de student de beoogde stof en/of de vaardigheden onder de knie heeft. Nog te vaak worden informatievaardigheden niet of apart behandeld, waardoor er geen goede constructieve afstemming plaatsvindt.

Onderwijsontwerp

Volgens het principe van Constructive Alignment verloopt het ontwerpen en ontwikkelen van onderwijs in een bepaalde volgorde. Eerst stel je de beoogde leeruitkomsten op, vervolgens ontwerp je de toetsing, dan bedenk je welke leeractiviteiten er nodig zijn om het beoogde eindniveau te behalen en als laatste ontwerp je de onderwijsmaterialen en je onderwijsactiviteiten.

 

Principe 2: Contextueel leren

Binnen verschillende instellingen, vooral in het hoger onderwijs, krijgen studenten aparte instructielessen informatievaardigheden. Die lessen worden veelal verzorgd door de informatiespecialist. Op zich is dit een goede start, al heeft het weinig zin om informatievaardigheden alleen maar ‘los’ aan te leren. Aparte lessen ‘bronnen selecteren’ of ‘zoeken in wetenschappelijke databases’ beklijven niet goed. Informatievaardigheden kunnen worden gezien als een complexe vaardigheid die niet generiek van aard is. Dat wil zeggen dat de vaardigheid niet kan worden uitgevoerd zonder inhoud uit een ander domein. Je zoekt immers altijd informatie over een bepaald onderwerp. Het is daarom belangrijk de vaardigheden binnen een context aan te bieden.

Volgens de contextuele leertheorie vindt leren alleen plaats wanneer studenten nieuwe informatie of kennis op een zodanige manier verwerken dat het voor hen zinvol is binnen hun eigen referentiekaders. Mensen zoeken van nature betekenis in context door relaties te zoeken die logisch en nuttig lijken.

Docenten kiezen en/of ontwerpen een leeromgeving waarin het leren betekenis krijgt. In een dergelijke omgeving ontdekken studenten zinvolle verbanden tussen abstracte ideeën en praktische toepassingen in de context van de echte wereld; concepten worden geïnternaliseerd door het proces van ontdekken, versterken en relateren. Aangaande informatievaardigheden is het dus essentieel om dit aan te leren binnen de context van een programma of cursus, gekoppeld aan de domeinspecifieke kennis van dat programma of die cursus. Alleen zo zal dit onderdeel voor studenten gaan leven.

Om richting te geven bij het uitwerken van informatievaardigheden opdrachten die contextueel zijn, kan je de onderstaande vragen gebruiken.

  • Worden nieuwe concepten gepresenteerd in authentieke opdrachten die de studenten kunnen herkennen?
  • Worden concepten in voorbeelden en oefeningen gepresenteerd in de context van hun nut voor de studenten?
  • Bevatten voorbeelden en oefeningen voor studenten veel echte, geloofwaardige situaties?
  • Dragen de opdrachten bij aan een gevoel voor studenten van: “Ik moet dit leren!”
  • Moedigen activiteiten de studenten aan om concepten en informatie in bruikbare contexten toe te passen?

 

Principe 3: Ondersteunen van leertaken

Het ondersteunen van leerlingen om informatievaardigheden binnen een taak aan te leren kan op verschillende niveaus. Als het gaat om een leerlijn door het gehele curriculum heen kan worden gekeken naar de taken en de ondersteuning over leerjaren heen. De ondersteuning kan worden gegeven door bij bepaalde stappen de uitvoering grotendeels voor te doen of als ingevuld aan te reiken. Zo kunnen de vragen al zijn gespecificeerd en de trefwoorden gegeven. Bronnen kunnen al worden aangereikt, of een outline voor een schrijfproduct kan deels zijn uitgewerkt.

Ook is het mogelijk dat een docent een deel van het proces als een model voordoet. Hij voert dan in het eerste deel van de les de eerste stappen uit en laat studenten zien hoe hij die stappen uitvoert en wat daarvan het resultaat is. De studenten werken dan verder vanaf het moment dat de docent aangeeft. Bijvoorbeeld nadat hij de belangrijkste bronnen heeft geselecteerd. Het voordoen is waardevol omdat de studenten de denkstappen van de docent volgen en daardoor inzicht krijgen in het proces.

Leeruitkomsten zijn een belangrijk uitgangspunt voor het ontwerpen van onderwijs. Deze moeten volgens het constructive alignment principe goed worden afgestemd met de onderwijsactiviteiten en toetsing; zie ook het hoofdstuk Didactiek op deze site.

Een goed geformuleerde leeruitkomst is specifiek, attractief, begrijpelijk, passend, haalbaar en meetbaar (Butcher, Davies & Highton, 2006). Een mogelijk format is “Na succesvol afronden van dit vak worden studenten geacht in staat te zijn om...” + werkwoord + onderwerp + context. Een voorbeeld: “Na succesvol afronden van de module Informatievaardigheden wordt de student geacht in staat te zijn om literatuuronderzoek uit te voeren ten behoeve van zijn/haar Bachelor thesis”.

Onder het kopje IL Frameworks/modellen op deze site worden verschillende raamwerken voor informatievaardigheden uitgelegd. Om vanuit deze raamwerken naar instructie te komen, kunnen leeruitkomsten worden gebaseerd op verschillende competentiegebieden uit één of meerdere raamwerken. Als de leeruitkomsten bepaald zijn, kunnen daarin vervolgens niveaus worden onderscheiden. Het resultaat kan worden weergegeven in een schema: een matrix waarin je per competentiegebied één of meer uitkomsten beschrijft op één of meer niveaus (zie figuur 1).

Competentiegebied Leeruitkomst Niveau 1  Niveau 2    Niveau 3 
A A1      
  A2      
B B1      
  B2      
  B3      
Enz. Enz.      

Figuur 1: Voorbeeld format voor een schema (of matrix) met leeruitkomsten

Een schema met leeruitkomsten is naast uitgangspunt voor onderwijsontwerp ook een goed communicatiemiddel naar vakgenoten, overige docenten en de student. Het helpt om leerlijnen uit te stippelen en daarover te communiceren, wat bijdraagt aan effectiever studeren. Ook kunnen Edubadges, digitale getuigenissen voor kennis en/of vaardigheden, toegekend worden na het halen van een of meerdere leeruitkomsten of niveaus.

Voor het informatievaardighedenonderwijs hebben bijvoorbeeld de bibliotheken van WUR en HvA een dergelijk schema ontwikkeld.

Voorbeeldschema's leeruitkomsten:

 

Bronvermelding

Butcher, C., Davies, C., & Highton, M. (2006). Designing Learning. From module outline to effective teaching. Londen: Routledge

Voor het vormgeven van onderwijs waarin naast de vakinhoud ook het aanleren van informatievaardigheden centraal staat, kan het hanteren van een aantal werkvormen bijdragen tot effectief onderwijs in de vaardigheid. De werkvormen stimuleren de systematische probleemaanpak (cognitieve strategie) en het ontwikkelen van mentale modellen rondom informatievaardigheden.

Stap-voor-stap aanpak

Bij het aanleren van complexe vaardigheden, zoals informatievaardigheden, is een systematische aanpak van belang. De volgende vijf stappen gebaseerd op het model van Van Merriënboer & Kirschner (zie figuur) worden hierbij gehanteerd:

  • verhelderen van de zoekvragen;
  • zoeken naar bronnen;
  • beoordelen en selecteren van bronnen en informatie;
  • bestuderen van de gevonden informatie;
  • presenteren van de informatie.

Bij het uitvoeren van deze stappen is steeds een aantal vragen leidend. Bij de stap ‘beoordelen en selecteren van informatie’ zijn dat bijvoorbeeld vragen als: Hoe bruikbaar is de informatie in het licht van de gestelde vragen? Hoe betrouwbaar is de informatie? Of, concreter: Wie is de auteur? Welke organisatie zit er achter deze site? Is het wel een primaire bron? En als het om wetenschappelijke bronnen gaat: Wat is de impact van het tijdschrift waarin het artikel staat? Plus: Hoe vaak wordt aan de publicatie gerefereerd?

Proceswerkbladen

Proceswerkbladen zijn werkbladen waarop wordt aangegeven welke stappen doorlopen moeten worden en geven per stap richtlijnen. De werkbladen zijn bedoeld om de systematische probleemaanpak te ondersteunen. Tijdens het maken van de taken wordt van de studenten gevraagd de vragen die betrekking hebben op de stappen uit te werken. Deze werkbladen kunnen in het begin uitgebreid zijn en alle stappen tot in detail bevatten. Gaandeweg kan de ondersteuning worden verminderd door de detailvragen weg te laten en alleen de hoofdvragen bij de stappen weer te geven. Belangrijk is dat studenten terugkijken hoe ze de stappen hebben uitgevoerd en waarom de uitvoering al dan niet succesvol was.

Peerfeedback

Een andere werkvorm die kan bijdragen aan het bevorderen van het bewust toepassen van informatievaardigheden is het inbouwen van peerfeedback. Door studenten te laten reflecteren op elkaars werk en werkwijze krijgen ze inzicht in mogelijke aanpakken en leren ze van elkaar en discussiëren ze samen over hoe ze een bepaalde taak het beste kunnen oplossen. Bij het geven van peerfeedback is het wel van belang dat een student criteria en een feedbackformulier krijgen aangereikt.

Voor de didactische principes achter het geven van onderwijs in informatievaardigheden maakt het au fond niet heel veel uit hoe de instructies gegeven worden: fysiek, blended of online. Elk van deze vormen van onderwijs heeft natuurlijk wel z’n eigen dynamiek.

Tips

Een handig overzicht van pedagogisch-didactische richtlijnen voor 'technology enhanced learning' vind je hier.

Op de SURF-website staat ook veel informatie met betrekking tot online en blended onderwijs op overzichtelijke wijze bij elkaar. Neem daar eens een kijkje en doe er je voordeel mee!

Inspirerende voorbeelden van leermaterialen op het gebied van informatievaardigheden vind je op Edusources.

(Inter)actieve informatievaardigheden met behulp van Pitch2Peer in de masterfase bij de Radboud Universiteit

In het (master)vak Strategic Change van de faculteit Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit spelen informatievaardigheden, kritische reflectie en zelfstandigheid een belangrijke rol. De studenten houden

gedurende de gehele cursus een soort zoeklogboek (search tracker) van hun zoekacties bij en geven via het programma Pitch2Peer feedback op elkaar over de gevonden artikelen en de daarvoor gebruikte zoekmethoden.
De werkgroepbijeenkomsten hebben wisselende thema’s en worden geleid door steeds een ander groepje studenten op basis van twee door hen gevonden kernartikelen over dit thema. Deze door de studenten zelf gevonden artikelen vormen uiteindelijk (samen met de voorgeschreven literatuur) de tentamenstof.

Opzet van de cursus
In de eerste week van de cursus verzorgen de informatiespecialisten twee bijeenkomsten over het systematisch zoeken naar literatuur. De studenten frissen hier hun basisvaardigheden (zoektechnieken en zoekstrategieën) weer op en worden aan het werk gezet met het doen van systematische zoekopdrachten in zoeksystemen als Business Source Complete en Web of Science, waarbij ook de wat geavanceerdere zoektechnieken en –strategieën aan bod komen. Tevens wordt er aandacht besteed aan de evaluatie van de gevonden literatuur aan de hand van onder meer de impactfactor en de H-index. Gedurende de looptijd van het vak worden facultatief EndNote workshops aangeboden.
In de tweede week beginnen de reguliere werkgroepen. De groepjes studenten die een werkgroep moeten geven wordt gevraagd om in hun presentatie niet alleen inhoudelijk aandacht te besteden aan de gevonden artikelen, maar ook om expliciet te laten zien hoe ze die gevonden hebben en op basis van welke criteria ze juist deze twee artikelen hebben geselecteerd als lesstof.

Studenten leren van elkaar
Twee dagen voor de werkgroepbijeenkomst moeten de presenterende groepjes hun PowerPoint slide, waarop ze de door hen gevonden artikelen en de daarbij gebruikte zoekvraag presenteren, uploaden in het feedbackprogramma Pitch2Peer. Om beter zicht te krijgen op het zoekproces houden de studenten hun zoekacties bij in de door het bibliotheekteam ontwikkelde search tracker, die ook via Pitch2Peer wordt ingeleverd. Aan de hand van een set vooraf opgestelde criteria, zoals gebruikte zoeksystemen, zoektermen, zoektechnieken en reproduceerbaarheid, geeft de rest van de studenten vervolgens feedback op het zoekproces. De groepjes verwerken deze feedback in hun uiteindelijke presentatie tijdens ‘hun’ werkgroep. Tijdens elke werkgroep zijn de informatiespecialisten aanwezig om aanvullende tips te geven.

Informatiespecialisten Norma Fötsch en Maarten Gubbels over de cursus:
'Aan de hand van de ingeleverde search trackers was al snel vooruitgang te zien. Aan het begin kwamen we nog veel fouten tegen, bijvoorbeeld bij het formuleren van zoektermen en het gebruik van zoektechnieken. In de laatste ingeleverde search trackers lieten de studenten mooi zien dat ze op een systematische manier naar literatuur kunnen zoeken, daarover op een transparante manier kunnen rapporteren en ook de meer geavanceerde zoektechnieken beheersen'.

Mocht je meer willen weten over dit project neem dan contact op met het NSM Library Team via infofm@ubn.ru.nl

_________________________________________________________________________________

Heb je zelf een voorbeeld van een best practice op het gebied van informatievaardigheidsonderwijs? Stuur dan een emailtje naar de werkgroep Information Literacy.

Gebruikte bronnen

Brand-Gruwel, S., & Walhout, J. (2010). Informatievaardigheden voor leraren. (Rapport 9). Ruud de Moor Centrum, Open Universiteit. Verkregen van: https://www.ou.nl/documents/40554/43125/Rapport_9_Informatievaardigheden_web.pdf

Brand-Gruwel, S., (2014). Onderwijs in informatievaardigheden: sla als docent en media- en bibliothecaris de handen ineen. In: IP: vakblad voor informatieprofessionals, 9, Verkregen van https://informatieprofessional.nl/2014/12/onderwijs-informatievaardigheden-sla-als-docent-en-media-en-bibliothecaris-handen-ineen/

Center for Occupational Research and Development (n.d.). Overview of Contextual Teaching and Learning. Geraadpleegd op 22 oktover 2020, van https://www.cord.org/cord_ctl_overview.php

Radboud Teaching and Learning Centre. (n.d.). Constructive Alignment. Radboud Universiteit. Geraadpleegd op 22 oktover 2020, van https://www.ru.nl/docenten/onderwijs/ontwerpen/ontwerpprincipes/constructive-alignment/

 

Overige bronnen

Saunders, L. & Wong, M.A. (2020). Instruction in Libraries and Information Centers: An Introduction. Windsor & Downs Press, Illinois. Verkregen van: https://iopn.library.illinois.edu/books/windsor-downs/catalog/book/12

Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P. A. (2019). Wijze lessen: twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Ten Brink Uitgevers. Verkregen van https://www.ou.nl/web/wijze-lessen

Auteur 'Didaktiek': Barend Last (oktober 2020)